Deel 1: Het verleden
Mijn liefde voor infrafotografie begon hier. De kleine Maickel die altijd zijn tijd kon verdoen met het kijken naar speciale bouwmachines. Zeker als het ging om dingen kapot maken of megahijskranen die bezig waren gebouwen neer te zetten of de machines die zorgden voor onze snelwegen. Het heeft een bepaalde charme. Zeker bij een jongen die de leeftijd van 12 net had bereikt. Ik wist het zeker! Later wordt ik kraanmachinist! Oh nee! Ik word hijskraanmachinist! Of zou ik dan toch gaan voor vrachtwagenchauffeur speciaal transport? De toekomst heeft toch een semi andere richting bepaald.
Het bleek later toch een klein probleem. Er zijn wat dingen gebeurd waar ik het liever niet over heb. Maar het heeft wel de richting bepaald waar ik nu ben. Helaas mocht het niet zo zijn dat het beroep kon uitoefenen waar ik mijn kamer mee had volhangen. Oorzaak: Pesten op school. Dat heeft er voor gezorgd dat ik een vroege schoolverlater was, zonder een diploma. Ook de thuissituatie was ook verre van ideaal. Naar mate ik opgroeide en veel bij mijn opa logeerde kwam steeds vaker opa’s camera in beeld. Interessant stukje techniek waarbij ik het beeld kon vastleggen wat voor mij interessant was. Telkens als opa lag te slapen pakte ik stiekem de camera en begon fotos te maken van de tuin, de bloemen, de kat en de Maas. De maas zorgde er ook voor dat de boel bij opa onder water kwam te staan. En daar heeft de gemeente toen wat aan gedaan. Het versterken van de dijken en het aanleggen van schotten. Nu was ik in mijn element want de bouwmachines kwamen eraan! En opa? Opa zei altijd dat hij zich afvroeg wie die foto’s gemaakt hadden, al zei hij later dat hij wel wist dat ik het was. Hij genoot altijd zo dat ik van top tot teen onder de modder zat maar de camera geen vuiltje had opgelopen.
We maken een jump in de tijd. Terug naar 5 jaar geleden. Ik was klaar met de sociale werkplekken en het saaie, geestdodende werk. Ik wilde verder! Doen waar ik goed in ben. Het maken van foto’s! Maar het toenmalige UWV was onverbiddelijk. Ik was gebaat bij een uikering want werken voor een baas, dat ging het niet worden. Daar was ik het dus niet mee eens. Met hulp van een paar hele aardige mensen die ik niet bij naam hoef te noemen kreeg ik de kans om als ZZP-er aan het werk te gaan. De studie was een moeizame strijd maar opgeven doen we niet aan en kreeg het ondernemersschap onder de knie. Ingeschreven bij de kamer van koophandel en ineens was ik Maickel met een eigen bedrijf. WAUW!
Het heden.
Ik weet het nog zo goed waar het begon. Nog voor ik de cursus ondernemersschap had gevolgd heb ik de kans gekregen om te mogen fotograferen bij de toffe heren van Scheffer Groep. Ze zagen potentie in mijn werk en wilde mij de kans geven om te bewijzen wat ik kan. “Laat maar eens zien wat je kan” zei Jorrit. De locatie was de voormalige bibliotheek in Zwolle. Wat mijn hart sneller laat kloppen is de techniek erachter. Dan heb ik het niet alleen over de machines maar ook achter de manier van werken. Als voorbeeld Rob. Zijn Volvo heeft de naam: “Big Boy Toy”. Als je ziet hoe hij er mee werkt, snap ik dat heel goed! Als hij begint te breken en te knijpen sta ik altijd met grote ogen te kijken. De techniek erachter, het lijkt zo simpel, maar dat is het echt niet! Op deze foto legt hij me uit wat hij nou precies gaat doen, waar hij gaat knippen en bovenal waarom. Dat is voor mij belangrijk omdat ik het al zie gebeuren voor hij aan het werk gaat. (Visueel beelddenker) Zodat ik snel de omgeving kan scannen en precies weet waar ik moet gaan staan voor het perfecte shot en waar ik veilig kan staan. Voor BAM infra heb ik diverse infra werkzaamheden mogen vastleggen. De eerste locatie was Museum de Fundatie waarbij ik het project “het oog” mocht vastleggen. Later heb ik nog de mogelijkheid gehad om de werkzaamheden bij Cuijk in beeld te brengen. Later kwam Beelen groep en Dehaco die al het materiaal aanleverd.
Toekomstperspectief
Kiezen is en blijft voor mij heel moeilijk. Waar leg je de grens? Want het een kan gewoon niet zonder het ander. Mijn fotografenhart ligt hoe dan ook op deze sector. De werkzaamheden die we soms vergeten omdat we al in bed liggen. Of omdat er plaats gemaakt moet worden voor nieuwe innovatie. Ik hou er van. En smerig worden is een onderdeel van mijn leven geworden. Ik zie mij later wel bij de grotere projecten lopen. Tenminste daar ligt mijn droom. Klaar met dromen ben ik nog lang niet want ik wil nog heel graag spoorweg werkzaamheden vastleggen. Deze sfeer wil ik ook proeven. De ultieme droom? Tja. Groot groter grootst! Mijn ultieme droom is nog eens de maritiem fotografie op te pakken. Met als eindbestemming een booreiland. Maar daar heb je zoveel cursussen en certificaten voor nodig dat het voor nu nog onhaalbaar is.
Volgende keer in Deel 2: Ontwikkelingsfase